Historie en ontwikkeling van hoorn tot midwinterhoorn en verder.

Inleiding.
Voor de site t.b.v. de Veluwse Midwienterhoornbloazers kwam de vraag om de ontwikkeling van de midwinterhoorn in chronologische volgorde te beschrijven. Bij het opstellen van dit stuk bleek dat de ene informatie een volgende zoektocht uitlokte en daardoor automatisch chronologisch verliep.
Het is mijn verhaal dat is ontstaan na eigen speurwerk. Graag nodig ik eenieder uit om onjuistheden of aanvulling bij mij te melden.
Mijn naam is Ben Jonker, sinds 1998 aangestoken met het midwinterhoornvirus door Gerrit Hazewinkel uit Eibergen.
Toen heb ik ook de aanzet gegeven tot het vormen van een blaasgroep die daarna de Veluwse Midwienterhoornbloazers is gaan heten.
Zie ook de website een wagenvolverhalen.nl
© Ben Jonker
Inhoud:
- In den beginne, de (natuur) hoorn algemeen.
- De midwinterhoorn
- 1485 Sonsbeck
- 1655 Bawinkel
- 1815 Kotten (Winterswijk)
- 1857 Ds. Halbertsma, Fries museum
- 1888 Deventer, Museum de Waag.
- 2013 Op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed Nederland.
- Algemeen, vragen:
Was blazen in de oorlog verboden?
Was er bemoeienis van de bisschop van Munster?
In den beginne. De hoorn algemeen.
In den beginne is het duidelijk dat hoorns van dieren zijn gebruikt om signalen en boodschappen door te geven. Met name de koeienhoorn is als zodanig bekent. In Drenthe kent men “het boerhoorn”. Bewijzen hiervan zijn o.a. de verhalen van Ellert en Brammert en café Boerhoorn in Dalerveen.
In Markelo blaast men op ossenhoorns in het midwinterhoornseizoen. Naast de koeienhoorn is natuurlijk de ramshoorn oftewel de Sjofar een voorbeeld van het gebruik van een dierenhoorn.
Koeienhoorn/boerhoorn.
Sjofar Ossenhoornblazers uit Markelo
Aannemelijk is dat de mens heeft gezocht naar een hoorn met een groter bereik betreffende de geluidssterkte en met meer mogelijkheden tot een groter aantal tonen. Even aannemelijk is dat daardoor een hoorn in de vorm van de huidige midwinterhoorn is ontstaan. Een voorbeeld hiervan zien we mogelijk in de afbeeldingen bij het Utrechts Psalter bij Psalm 80 en 150 uit het jaar 850.
De hoorn als hierboven omschreven ontwikkelde zich als signaal/boodschappen instrument.
Uit geschriften blijkt dat men deze hoorn gebruikte om mensen bijeen te roepen zoals van het land naar huis e.d. Mogelijk ook gebruikt tijdens joelfeesten, het zo veel mogelijk geluid/lawaai maken rondom de zonnewende om boze geesten te verdrijven. Een gebruik dat gelegen is dicht bij het midwinterhoornblazen. Hierbij spreekt men over het verdrijven van het donker en oproepen van het licht.
De midwinterhoorn.
In de vorm als hierboven omschreven kunnen we nog niet spreken van de “MIDWINTERHOORN”. De hoorn had wel deze vorm maar er zal eerst sprake moeten zijn van de traditie hierbij behorende alvorens te spreken over de MIDWINTERHOORN. Om de oorsprong daarvan te vinden is een hele zoektocht. Er blijken “feiten” wel en niet juist.
1845. Sonsbeck
In het boek “HET MIDWINTERHOORN BLAZEN” (tweede uitgave) schrijft Everhard Jans op bladzijde 15: “Stamt de oudste vermelding van het blaasinstrument uit 1485 – uit Sonsbeck aan de Nederrijn – in Bawinckel (moet zijn Bawinkel B.L.J.) was het in elk geval al in 1655 gebruikelijk, dat herders en jonge knapen met hun maximaal 1.50 meter lange houten hoorns (“middewintershörner”) blazend naar de kerk togen”.
Hetgeen hierboven omschreven “Stamt de oudste vermelding van het blaasinstrument uit 1485 – uit Sonsbeck aan de Nederrijn” blijkt na nader onderzoek feitelijk niet juist te zijn.
Een bezoek aan Sonsbeck met een gesprek met diverse personen die over eventuele kennis zouden kunnen beschikken leverde geen enkele bevestiging van herkenning op. Zie document nr. 1.
Op pagina 18 van het boek “HET MIDWINTERHOORN BLAZEN” schrijft Jans eveneens: “De oudste vermelding van het midwinterhoornblazen stamt immers uit een oorkonde uit 1485”.
De vermelding dat er sprake zou zijn van een oorkonde deed de interesse deze te vinden groeien.
Volgensinformatie in Sonsbeck zou een oorkonde, als daarvan sprake is, zich voor deze omgeving moeten bevinden in het Hauptstaatsarchiv Düsseldorf. Navraag bij dit archief leverde helaas geen aanwezigheid van een oorkonde o.i.d op. Zie document nr. 2.
Daar dhr. Jörg Franzkowiak van het Landesarchiv Nordrhein-Westfalen, Hauptstaatsarchiv Düsseldorf adviseerde om de vraag voor te leggen bij de Lehrstuhl für deutsche Volkskunde an der Universität Bonn, heb ik dat gedaan.
Zie voor het resultaat daarvan de reactie van Prof.Dr.H.L. Cox in document nr. 3.
November 2006 heb ik Everhard Jans gesproken in de Waag in Almelo. Hier verklaarde hij dat hij betreffende hetgeen hij heeft geschreven over Sonsbeck geen onderzoek heeft gedaan maar het heeft overgeschreven. Hij verwijst in een later gestuurde kaart 24-XI-2006 voor informatie naar de Stichting Midwinterhoornblazen Twente. Bij het inwinnen van informatie bij de Stichting bleek dat er weinig tot geen onderzoek is gedaan. Zie document nr. 4.
DeVeluwse Midwienterhoornbloazers hebben geblazen in Sonsbeck op de
Nikolausmarkt.30 november 2008 op uitnodiging van de gemeente.
1655 Bawinkel
Op blz. 15 schrijft Everhard Jans naast Sonsbeck ook: “…- in Bawinckel was het in elk geval al in 1655 gebruikelijk, dat herders en jonge knapen met hun maximaal 1.50 meter lange houten hoorns blazend naar de kerk togen”.
Dit gegeven en n.a.v. de brief van Prof.Dr.H.L. Cox heb ik Bawinkel: bezocht op 2 januari 2014.
Hier gesproken met Michael Surmann,Heimatforscher und im Heimatverein Kirchspiel Bawinkel aktiv:.
Van Michael ontving ik onderstaande bestaande informatie:
Bawinkel 1655 Uit geschriften blijkt dat in 1655 in Bawinkel is geblazen op de”Middewinters oder Dwerthörnern” (dwarshoorn). Michael Surmann Heimatforscher im Heimatverein Kirchspiel Bawinkel schrijft hier over: “betrifft eine Ausgabe von 1838. Hier finden Sie den Hinweis zum Hornblasen in Bawinkel auf Seite 371/372. Die Jesuiten aus Meppen übernahmen im Jahr 1655 in Bawinkel die seelsorgische Betreuung der Katholiken und im Zuge dessen wurde der Weihnachtsgottesdienst durch bislang hier unbekanntes Hornblasen verschönert.”
Zie ook document 8 waarin Prof. Dr. Norbert Köster schrijft:“Sicher hatte zumindest ein Bischof von Münster indirekt einen positiven Einfluss auf das Mittwinterhornblasen. Bischof Christoph Bernhard von Galen (1650-1678) förderte im Zuge der Gegenreformation das deutsche Kirchenlied und gab 1677 ein “Münsterisch Gesangbuch” heraus”.
Volgens Michael Surmann heeft in Bawinkel een houten kerkje gestaan direct naast de plaats waar nu nog een kerkhofje is.
Michael Surmann in Bawinkel Kerkhofje Bawinkel
Veluwse Midwienterhoornbloazers op kerkhofje in Bawinkel
13-12-2015
1815. De Midwinterhoorn in Nederland
Hoe langer de speurtocht, hoe minder duidelijk het is wat en waar het de oudste midwinterhoorn betreft.
De gevonden zaken op een rij:
Kotten (winterswijk)
Op schrift lijkt het duidelijk: In Kotten (Winterwijk) is voor het eerst in Nederland, voor zover we nu weten, over de midwinterhoorn geschreven. Het betreft een briefwisseling (7 brieven) die begint op 3 Juni 1815 tussen Gerrit Jan Kunners en zijn zoon Hendrik Jan Kunners, Den Commis deurwaarder A.J. Roks en de sergeanten grensjagers Siezeling en Petrie,de ontvanger der indirecte belastingen G. Hoffman, Hendrik Willink Abrahamszoonmaire (burgemeester) van Winterswijk en tot slot De Gouverneur der Provincie Gelderland Dirk Reinhard Johan van Lijnden*
Deze briefwisseling maakt melding van de “Middewinters Horen” en de traditie. (Zie document 5 en 6).
Buiten deze briefwisseling bestaan er midwinterhoorns of een daarop gelijkende hoorns, die mogelijk ouder zijn dan die in de brieven in Kotten genoemde.
1857 De Steffenshoorn in het Fries museum.
In het Fries museum in Leeuwarden vinden we een Steffenshoorn. Volgend de administratie van het museum is deze hoorn in 1857 aan het museum geschonken door Ds. Halbertsma. De ouderdom van de hoorn is (nog) niet te achterhalen. De naam “Steffens hoorn” zal vrijwel zeker duiden op gebruik op de naamdag van St. Stefanus op 26 december en dus zeer nabij “midwinter”.
1888 Deventer museum De Waag
Artikel in het Deventer Dagblad 29 augustus 1888 en de hoorn in het Deventer museum.
Het opvallende is dat ook Ds. Halbertsma, voor zijn terugkeer naar Friesland, als dominee heeft “gestaan” in Deventer.
2013 Midwinterhoornblazen op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed Nederland.
22-10-12 waren de groepen uit Oldenzaal en Epe aanwezig bij een eerste ontmoeting van organisaties welke in aanmerking zouden kunnen komen voor plaatsing op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed Nederland. Daarna hebben Hermy oude Veldhuis uit Oldenzaal en Ben Jonker uit Epe de aanzet gegeven tot plaatsen van het blazen op de erfgoedlijst. Op verzoek van de Stichting Midwinterhoornblazen Twenthe is de aanvraag overgedragen aan de Twentse stichting en later aan de inmiddels opgerichte federatie Gelderland.
Op vrijdag 13 december was de officiële bevestiging van plaatsing op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed Nederland.
1940 – 1945 Was blazen in de oorlog verboden?
Het antwoord is vrijwel zeker “nee”.
Zoals uit de informatie van het Nederlands Instituut Oorlogs Documentatie NIOD blijkt is het blazen op de midwinterhoorn niet verboden geweest.
De meeste meldingen in de pers betroffen “Midwinterhoornwedstrijden”. Dat bleken geen wedstrijden in midwinterhoornblazen te zijn maar voetbalwedstrijden waarbij een midwinterhoorn een prijs was.
Verder zijn er nog wat artikeltjes waarbij we een vraagteken moeten zetten. Het zijn algemene stukjes maar nooit een verslag van blaasbijeenkomsten. Bij informatie bij het Meertens instituut bleek dat er vanaf 1936 veel propaganda artikelen waren met gebruiken die aan beide zijden van de grens gebruikelijk waren. Midwinterhoornblazen was uitgesproken zo’n gebruik.
Zie document 7.
Twente. Alhoewel het blazen blijkbaar niet verboden is geweest, lijkt het erop dat er niet veel animo was tot blazen in de oorlog of men durfde mogelijk zeer begrijpelijk niet. Men kon er uiteraard op aangezien worden dat er boodschappen werden doorgegeven. In het boek HET MIDWINTERHOORN BLAZEN” beschrijft Everhard Jans hoe in de jaren 50 het blazen weer nieuw leven is ingeblazen.
Was er bemoeienis van de bisschop van Munster?
Zie document 8.
In de mail: in document 8 schrijft Prof. Dr. Norbert Köster, Seminar für Historische Theologie und ihre Didaktik: “Ob sich die Bischöfe von Münster mit dem Brauch des Mittwinterblasens beschäftigt haben, weiß ich nicht. Schriftliche Quellen gibt es dazu meines Wissens nicht”.
Van de bewering dat de bisschop o.a. de blaasperiode bepaald zou hebben blijkt dus geen bevestiging is de geschriften te vinden. Zie voor verdere info betreffende de bisschop Document 8.